Als je eenmaal je rijbewijs hebt, maar ook tijdens het lessen, kan je nog wel eens in vervelende situaties terecht komen. Zeker met het weer in Nederland kan je nog wel eens met harde wind, behoorlijke regenbuien, mist en sneeuw komen te zitten. Omdat dit niet erg fijn kan zijn om in te rijden, is het handig dat je weet hoe je met deze situaties moet omgaan. Daarom kan het eigenlijk wel fijn zijn als je een keer in zo’n situatie een rijles hebt, maar je kan het weer natuurlijk niet inplannen, dus het zou zo kunnen dat jij je rijbewijs haalt zonder een dergelijke situatie mee te hebben gemaakt. Wat doe je dan?

Harde wind

Bij harde wind wil je bij het in- en uitstappen de autodeur goed vasthouden, zodat deze niet plots ergens tegenaan kan klappen. Bij het rijden moet je twee handen aan het stuur houden, en probeer hoge bruggen, viaducten en open vlaktes te vermijden. Hou genoeg afstand aan alle zijdes, en hou daarnaast ook rekening met vrachtwagens, want deze kunnen extra veel turbulentie veroorzaken.

Let daarnaast ook op fietsers en motorrijders, omdat zij door de harde windvlagen opeens voor je of vlak naast je kunnen rijden, dus haal hun ook met een ruime boog in. Rij het liefst op het midden van de weg, maar als je wat meer ruimte hebt kan je ook aan die kant van de weg rijden waar je de ruimte hebt om eventueel opzij geblazen te worden. Ga dus niet te dicht langs een vangrail of een berm rijden, want voor je het weten ben je van de weg af. Blijf ook goed letten op takken die van bomen afvallen, dakpannen die wegwaaien of andere rondvliegende objecten.

Hevige neerslag

Een harde regenbui kan ervoor zorgen dat je minder zicht hebt. Sowieso wil je je ruitenwissers gebruiken, maar houdt ook rekening met opspattend water van ander verkeer. Houdt de weg in de gaten, zorg voor meer afstand met ander verkeer, en ga niet plots remmen. Bij regen wordt je remweg langer, dus je kan beter rustig en op tijd remmen. Je kan dan ook beter je snelheid wat aanpassen, en ga ook zeker niet inhalen. Ontwijk daarnaast ook grote plassen. Niet alleen zorgt dit voor opspattend water, de plas kan zich ook hebben gevormd in een gat op de weg, en dit kan schade aan je banden en de onderkant van je auto veroorzaken.

Het kan gebeuren dat je auto gaat aquaplanen. Hierbij ligt er zoveel water op het wegdek dat de banden het niet meer kunnen afvoeren en de auto vervolgens als het ware gaat drijven. Hierbij kan je erg slecht sturen. Raak niet in paniek, maar laat het gaspedaal los en ontkoppel. Ga niet een andere kant op sturen, maar blijf rustig kijken waar je naartoe wilt, en ga pas weer gas geven en sturen als de auto weer grip heeft.

Sneeuw

Bij sneeuw is de weg natuurlijk glad, en bij gladheid heb je ook weer een langere remweg. Hou dus meer afstand dan normaal, hou goed zicht op de weg, en ga niet plots remmen. Doe alles zo rustig mogelijk, of het nou het optrekken is of het sturen. Laat in bochten het gaspedaal los in plaats van dat je remt, om zo slippen te voorkomen. Pas daarnaast ook je snelheid aan, zodat je de controle over de auto behoudt.

Merk je dat je toch gaat slippen? Druk eerst de koppeling in voordat je het gas los laat, en blijf kijken en sturen naar waar je naartoe wilt. Blijf vooral rustig, en ga pas weer gas geven als je de controle weer hebt.

Mist

Bij mist heb je minder zicht, dus zorg ervoor dat je de afstand met andere auto’s vergroot, en ga niet in halen. Verminder je snelheid en ga niet abrupt remmen, zodat iemand die achter jou rijdt ook de tijd heeft om te remmen. Bij zicht van minder dan 200 meter mag je de mistlampen voor gebruiken, en bij minder dan 50 meter moet je ook de mistlampen achter gebruiken. Ga echter niet het grootlicht gebruiken, want dit licht weerkaatst op de mist, waardoor je juist jezelf en anderen verblindt.

In alle situaties zien wij graag dat je veilig blijft. Vertrek liever eerder van huis en rij rustig en comfortabel in plaats van dat je gaat haasten en je de kans hebt om de controle over je auto te verliezen. Veiligheid gaat voor alles!